Winterstalling

Basisregel:

• Iedereen die vorig jaar op de wal heeft gestaan wordt geacht weer op de wal te komen,
• Iedereen die vorig jaar gebruik heeft gemaakt van de overdekte stalling wordt geacht weer van de overdekte stalling gebruik te maken,
• Iedereen die vorig jaar in de loods stond wordt geacht weer in de loods te komen,
• Iedereen die vorig jaar in het water lag wordt geacht weer in het water te liggen,

tenzij hij/zij zich hier afmeldt vóór 1 juli. Niet afmelden is betalen.

Eerste keer winterstalling:
Wilt u voor de eerste keer winterstalling vul dan dit winterformulier voor 1 juli in. In het water en voor kleinere boten op de wal is meestal plaats. Maar het aantal bokken voor grotere boten is beperkt dus wees daar snel bij. Ook de ruimte in een van de overdekte stallingen is beperkt.

Als er iets wijzigt:
Laat ook weten als er iets verandert, bijv in het water blijven ipv op de wal of andersom. Of als u iets anders doet met de mast dan het jaar ervoor. Staande of liggende. Kortom bij iedere wijziging graag dit winterformulier voor 15 september invullen.

Om de administratie voor ons makkelijker te maken, verzoeken wij u duidelijk aan te geven om welke boot het gaat. (type boot, afmetingen incl diepgang, met of zonder staande mast) Ook verzoeken wij u, mocht u meerdere (bij)boten/surfplanken hebben, dit apart op te geven. 

Verhuurovereenkomst:
Voor het stallen van een boot dien je een  Lig- en Bergplaats overeenkomst te tekenen bij de havenmeester.

Procedures bij winterstalling

Boten die in het water blijven:
De boten die in het water liggen, blijven in principe in hun eigen box liggen. Enkele boten zullen verplaatst worden om ruimte te maken voor de boten die buiten aan de E steiger liggen en wel naar de binnenhaven gaan. 

Mast strijken:
Wilt u de mast strijken met de kraan, neem dan eerst contact op met de havenmeester.
Masten en gieken die in de mastenloods worden opgeborgen moeten voorzien zijn van een naam. De rest van uw spullen neemt u mee naar huis.

Afspuiten boot:
Boten mogen niet afgespoten worden (behalve op de helling).
Alle schepen die niet zijn afgespoten op de helling, ook die in de loods, dienen op een plastic zeil te staan. De lengte van het zeil moet minimaal uw bootlengte zijn. Na het werken onder uw boot, dient u dit iedere keer aan 4 zijden op te rollen en met bijv. een autoband vast te leggen. Het mag niet open blijven liggen. Heeft u geen zeil onder uw boot, dan dient u bij werkzaamheden aan uw boot een tijdelijk zeil neer te leggen. 

Schuren (onderkant)boot:
Het droog schuren van het onderwaterschip op de haven zonder afzuiging is niet toegestaan. Daarmee wordt een milieu-delict gepleegd en er is een boete mee gemoeid van minstens € 12.000! Dus houdt u aan de regels. Bij een boot hoort tegenwoordig een schuurmachine met stofzuiger voor het onderhoud.

Slijpen:
Er mag op de haven slechts onder bepaalde voorwaarden geslepen worden of van de comborstel gebruik worden gemaakt. Neem daarvoor contact op met de havenmeester. 

Kleine open boten:
Kleine open boten kunnen in de winter in de (masten)loods of overdekte stalling, maar er is beperkt plaats. Er is beperkt plaats op de vloer in de loods voor wedstrijdzeilboten van wedstrijdzeilers die in de winter actief zeilen.

Fokrollers:
Fokken dienen in de winterstalling (water en wal) van de roller afgehaald te worden. Boten, die met de cradlecar eruit gaan, moeten dit doen vóórdat ze het water uitgaan. Er zijn teveel schadegevallen bekend met het laten zitten van de zeilen in de winter.

Dekzeilen:
Goedkope bouwmarkt dekzeilen worden zeer afgeraden en worden derhalve niet meer vastgezet door de havenmeester. Deze tenten waaien vaak snel stuk en beschadigen uw boot meer dan dat ze uw eigendom beschermen.

Uit het water:

• Vanaf eind oktober zullen in een periode van twee weken alle boten er uit gehaald worden.
• Het schema voor de boten die met de cradlekar eruit gaan zal op tijd bekend worden gemaakt. (U bent verplicht het dagdeel dat uw boot uit het water gaat de hellingploeg te helpen)
• Gaat uw boot met de kraan uit het water maak dan bijtijds een afspraak met de havenmeester.

Te water:

• Eind maart/begin april gaan de grote boten met de cradlekar te water in een periode van enkele dagen. Een schema wordt ruim van te voren gepubliceerd. (U bent verplicht het dagdeel dat uw boot te water gaat de hellingploeg te helpen)
• Alle andere boten die een ligplaats in het water hebben moeten voor het begin van het zomerseizoen 15 april weer te water en naar hun ligplaats. (Anders zijn zij extra stallingskosten wal verschuldigd)
• Ook de loods moet voor 15 april leeg zijn.
• Gaat uw boot met de kraan te water maak dan bijtijds een afspraak met de havenmeester.

• Leg voor het krabben, schuren of schilderen altijd een groot zeil onder uw boot. (Ook op de service plaats) Zorg er vooral voor dat de ondergrond niet vervuild wordt. Er mag alleen geschuurd worden met een schuurmachine met stof afzuiging en schuurstofzuiger.
• Er mag op de haven slechts onder bepaalde voorwaarden geslepen worden of van de comborstel gebruik worden gemaakt. Neem daarvoor contact op met de havenmeester. 
• Het is van belang dat alle ladders en trappen vastgemaakt zitten met een slot aan de bokken, dit om mogelijke diefstal of beschadiging aan de boten tegen te gaan. 
• Tijdens de winterstalling wordt de stroom van op de wal gestalde boten iedere avond er af gehaald. Haal zelf ook je eigen stekker na gebruik iedere dag uit het stopcontact. Andere leden willen er ook gebruik van maken.
• Eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor hun boot. Dat betekent dat u regelmatig zelf uw bok controleert en uw eventuele wintertent. Voor boten in het water geldt dat u regelmatig uw landvasten controleert ook op schavielen. Kleinere boten moeten met spanbanden vast gemaakt worden aan hun trailer zodat zij er niet vanaf kunnen waaien. Ook na iedere storm wordt er verwacht dat u uw boot komt controleren.
• Het is niet toegestaan om een gat te graven in de verharding bijv om uw roer te laten zakken. Hierdoor is het terrein minder hard en is er kans dat de vorkheftruck erin wegzakt.

Let op bij stalling

Het is verboden bij het stallen van vaartuigen op het haventerrein om:

• gasflessen aan boord te hebben
• voorraden brandbare stoffen aan boord te hebben, m.u.v. dieselolie in vaste brandstoftanks
• buiten de openingstijden van de haven, het vaartuig te koppelen aan het elektriciteitsnet